4a. Begeleiding op school

Home > Model Passende Samenwerking > 4a. Begeleiding op school

Waar gaat het over?

Een jeugdige met leerproblemen leert minder vlot doordat het moeite heeft met het verwerken of opnemen van informatie. Door de leerproblemen ontstaat er een achterstand ten opzichte van de andere leerlingen in een klas. Deze achterstanden kunnen zeer verschillend zijn. Bij een kleine achterstand kan een leerling met beperkte ondersteuning de lessen volgen. Bij een grote achterstand in ontwikkeling is er meer ondersteuning nodig.

Bij een leerstoornis zijn er problemen op een specifiek gebied zoals dyslexie of dyscalculie.

Hoe doen we het in de FoodValley?

PO – VO – (V)SO – SBO

Door observatie, toetsen en testen kan op school worden vastgesteld in hoeverre er sprake is van leerproblemen. Op basis van de leerproblemen is er vaak een aanpassing van de leerroute nodig, zodat een leerling zich kan ontwikkelen binnen de kaders van zijn mogelijkheden. De school kan de ontwikkelingen volgen op basis van leerlijnen die bij deze leerling passen. De zelfstandigheid van de leerling bepaalt de mate van begeleiding die nodig is voor deze leerling om zich optimaal te kunnen ontwikkelen.

Leerlingen met een verstandelijke beperking hebben een eigen leerroute nodig. Dit vraagt om aanpassingen in het aanbieden van de leerstof. Er kan gewerkt worden met eigen leerlijnen en instructiemomenten buiten de klassensituatie. De zelfstandigheid van de leerling bepaalt het tempo van leerstofopname.

Als er ondersteuningsvragen zijn, kan het samenwerkingsverband helpen. Voor de volgende vragen zijn er andere ondersteuners:

  • Epilepsie: Voor leerlingen met epilepsie en leerproblemen is begeleiding mogelijk van uit het landelijk werkverband epilepsie en onderwijs. Ook kan extra ondersteuning nodig zijn omdat de leerontwikkeling vertraagd verloopt.
  • Niet aangeboren hersenletsel: Voor deze leerlingen is vaak extra ondersteuning nodig, omdat het plannen en organiseren moeilijker gaat. Brein Support helpt kinderen en jongeren om te gaan met hun – vaak onzichtbare – beperkingen als gevolg van hersenletsel.
  • Spraak en gehoorbeperking: Deze leerlingen kunnen een beroep doen op een cluster 2 organisatie die kinderen met een taalontwikkelingsstoornis en/of auditieve beperking ondersteuning biedt. (Zie ook Model 5. Taal- en spraakmoeilijkheden.)
  • Visuele beperkingen: Deze leerlingen kunnen terecht bij een (voormalig) cluster 1 organisatie die kinderen ondersteunt die blind of slechtziend zijn: Bartiméus en Koninklijke Visio. Vaak hebben deze leerlingen ook andere ondersteuningsbehoeften. De meeste leerlingen met een visuele beperking gaan naar het reguliere onderwijs, eventueel met extra ondersteuning.

Hoe te handelen volgens de wet?

Wet Passend Onderwijs: De extra ondersteuning die leerlingen in het onderwijs ontvangen, kan op verschillende manieren worden vormgegeven. Afhankelijk van de problematiek van de leerling, zal de school (basis)ondersteuning inzetten of aan het samenwerkingsverband extra ondersteuning vragen. De ondersteuning zal er altijd op gericht zijn om de leerling verder te helpen in zijn onderwijsontwikkeling.

Jeugdwet
Als een jeugdige ondersteuning en hulp nodig heeft doordat er sprake is van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, kan er een beroep worden gedaan op de Jeugdwet. Hierbij is wel van toepassing dat er eerst zal worden gekeken of er op basis van andere wetgeving recht bestaat op ondersteuning voordat er recht bestaat op jeugdhulp. Ondersteuning op school vanuit de Jeugdwet is alleen van toepassing indien de problematiek waarvoor de ondersteuning wordt gevraagd ook buiten de school speelt.

© 2024 FoodValley Jeugdhulp & Onderwijs